Mini groentetuintjes

Doelgroep: Schoolklassen
Leeftijd: 4 t/m 7 jaar
Aantal deelnemers: maximaal 30
Aantal begeleiders: 1 op 5 kinderen
Periode: Lente | Zomer
Locatie: Buiten
Benodigd budget: EUR 150

OVER HET PROJECT

Kinderen komen drie keer langs, verdeeld over een aantal weken. Ze leren eerst over acht verschillende groenten via verschillende opdrachten. Daarna mogen ze vier groenten uitkiezen en zelf planten. Ze krijgen hiervoor ieder hun eigen kistje.

Na drie weken komen ze terug om de groenten uit te dunnen. Het project wordt na nog eens 5 weken afgesloten door het oogsten van de groenten. Van de gelukte groenten wordt door de kinderen een lunch bereid, die ze samen opeten. Dit alles vindt plaats met behulp van 1 a 2 maatschappelijke stagiaires.

DOEL VAN HET PROJECT:

– kinderen leren over de natuur en groenten
– kinderen enthousiasmeren over het groeien en eten van groenten

ORGANISATIE

VOORBEREIDING:

– kistjes maken (van bijv. afvalhout, pallets)
– benodigde middelen aanschaffen
– opdrachten verspreid over de kinderboerderij ophangen (opdracht die over een bepaald dier gaan bij dat dier hangen)
– benodigde middelen klaarleggen

UITVOERING:

Eerste bezoek:

  • de kinderen krijgen een korte uitleg over de opdracht
  • alle kinderen maken zelf een knapzakje (stok, theedoek met de vier hoeken tegen elkaar over de stok hangen en vastbinden met een elastiekje)
  • daarna worden ze in kleine groepjes onder verdeeld (ca. 4-5 per groepje)
  • de groepjes gaan in een roulerend systeem de opdrachten langs die over de kinderboerderij verspreid hangen
  • tijdens het uitvoeren van de opdrachten krijgen ze vier keer de keuze tussen twee verschillende groentensoorten, van de groente die ze kiezen krijgen ze een kaartje mee (die bewaren ze in hun knapzak). Evt. krijgen ze stukjes groenten mee die ze onderweg aan de dieren kunnen voeren
  • als alle opdrachten zijn afgerond gaan ze met hun knapzak naar de zadenbar, waar ze voor ieder kaartje een zakje van de bijbehorende zaadjes krijgen. Dan gaan ze de zaadjes planten en bewateren
  • het bewateren van de kistjes vindt tussen de bezoeken plaats door medewerkers van de kinderboerderij

Na 3 weken:

  • de kinderen gaan hun kistje bekijken
  • ze krijgen uitleg over het bijwerken van het kistje (= uitdunnen):
  • ze kiezen van iedere groenten 2 of 3 goede exemplaren uit
  • van de overige groenten worden de plantjes voorzichtig uit de grond gehaald (bijv. met een pincet)

5-6 weken na het uitdunnen:

  • de kinderen nemen zelf stokbrood, dressing, croutons, etc. mee
  • de groenten kunnen worden geoogst
  • de kinderen wassen, snijden en bereiden de geoogste groeten
  • van alle producten wordt een sla gemaakt die iedereen samen opeet
EVALUATIE:

– naderhand wordt met de maatschappelijke stagiaires besproken hoe het ging
– per blok van 4 weken (1 x per week aanwezig) zijn er 2 maatschappelijke stagiaires aanwezig op de kinderboerderij, deze studenten geven het werk over aan twee nieuwe stagiaires, waarbij ze uitleg geven over het reilen en zeilen op de kinderboerderij en de opdracht

LOCATIE EN BEGELEIDING

BESCHRIJF DE LOCATIE:

– de opdrachten hangen verspreid over de kinderboerderij
– op een open plek worden de kistjes gevuld (houdt rekening met troep van potgrond)
– voor het laatste bezoek wordt een ruimte aangekleed waar de lunch gehouden kan worden

TAKEN BEGELEIDING VAN DE KINDERBOERDERIJ:

– met de kinderen meelopen en begeleiden tijdens de opdrachten
– 1 begeleider staat bij de zadenbar
– 1 begeleider overziet het planten van de zaadjes
– 1 begeleider (beheerder) houdt overzicht
– tussen de bezoeken door de kistjes evt. bewateren

ROL VAN DOCENT/BEGELEIDING VAN DE GROEP:
  • de leraar kan de kinderen eventueel voorbereiding op het onderwerp
  • evt. kunnen de kinderen op school aan sateprikkers maken met daarop kleine vlaggetjes waarop de groente staat (voor iedere groente een aantal) -> deze kan in de kist gezet worden, zodat kinderen kunnen zien welke groente er in de kistjes zit
  • laat de leraar voldoende ouders meenemen (1 per 4-5 kinderen), zodat de leraar zelf het overzicht kan houden
  • de kinderen moeten zelf eten meenemen voor de afsluitende lunch tijdens het laatste bezoek

 

HERKENBAARHEID ORGANISATIE:

Het project vindt op de kinderboerderij zelf plaats

PROMOTIE DOOR:

Via scholen | Via organisaties

MATERIALEN, MIDDELEN EN DIEREN

BENODIGDE VASTE MIDDELEN:
  • kistjes van afvalhout verdeeld in vier vakken (pallet, evt. sponsoring) (1 per kind)
  • 1 grote zak goede potgrond
  • zaadjes (per groente ca. 2 zakjes)
  • boterhamzakjes (om de zaadjes in te verdelen, ca. 10 per zakje)
  • sateprikkers met vlaggetjes waarop staat welke groente het is (kunnen de kinderen van tevoren op school maken)
  • schepjes (1 per kind)
  • 1 vergrootglas
  • voorraadbak voor potgrond
  • voorbeeldgroenten (vers, zodat kinderen het kunnen zien, ruiken, aanraken, proeven)

Zadenbar:

  • 1 tafel
  • 8 bakjes (voor de zadenzakjes)
  • evt. aankleding, voorbeeldgroenten (vers)

Knapzak:

  • stokken (1 per kind)
  • theedoek (1 per kind)
  • elastiekjes (1 per kind)
  • voor de afsluitende lunch:
    • snijplankjes
    • snijmesjes
    • sla bakken
    • bestek
    • broodmes

 

BENODIGDE (DIGITALE) MATERIALEN:

– introductieverhaaltje
– opdrachtenkaarten
– uitleg zaaien van zaden
– groentenkaartjes

 

DIEREN EN AANDACHTSPUNTEN:

– sommige opdrachten hangen bij de desbetreffende dieren
– de dieren worden niet aangeraakt/opgepakt/gebruikt bij deze opdracht

STAGEPROJECTEN

Deze velden zijn van toepassing op de stagiaire die het project uitvoert.

Niveau: VMBO
Leerjaar: Middenbouw
Aantal stagiaires per stage: 2
Aantal uur: 16

TAKEN VAN DE STAGIAIR:

Tijdens het eerste bezoek:
– informatie inwinnen over de verschillende groenten (evt. de opdrachtenkaarten zelf laten maken)
– alles opbouwen en klaarzetten
– 1 stagiaire staat bij de zadenbar, de andere loopt evt. mee met een groepje
– de kinderen begeleiden bij het zaaien van de zaadjes
– alles opruimen (aan het eind van het project de kistjes legen en uitspuiten)

Tijdens het tweede bezoek:
– kinderen helpen met het uitdunnen van de groenten

Tijdens het laatste bezoek:
– kinderen helpen bij het oogsten van de groenten
– samen met de kinderen sla en lunch maken
– meelunchen

Na 4 weken de taken overdragen aan 2 nieuwe stagiaires (incl. uitleg over de kinderboerderij en de opdracht)

GEWENSTE VAARDIGHEDEN:

Houdt zich aan gestelde regels | Heeft ervaring/affiniteit met de doelgroep

Heeft u vragen over dit project? Neem dan contact op met onderstaande kinderboerderij. Klik op de naam van de kinderboerderij voor meer informatie over deze locatie.

Kinderboerderij: De Brink / EAC de Kiep
Plaats: Vries
Contactpersoon: Aaldert van der Tuuk