Uit een landelijke peiling blijkt dat de meeste kinderboerderijen weinig last hebben van sluitingen of overnames van praktijken. De kwaliteit van zorg blijft goed, maar de stijgende tarieven drukken steeds zwaarder op de begroting. Hoe gaan kinderboerderijen om met deze uitdaging?

Aanleiding voor de peiling
Naar aanleiding van het NOS-bericht “Keten Evidensia moet dierenklinieken sluiten door uittocht personeel” besloot Kinderboerderijen Actief, samen met de vSKBN, te onderzoeken hoe kinderboerderijen omgaan met veranderingen in de dierenartssector.

Het was niet de eerste keer dat er berichten verschenen over problemen bij dierenartsenpraktijken. Er bestond geen volledig beeld van de gevolgen voor kinderboerderijen, terwijl juist daar een grote variatie aan diersoorten aanwezig is. De peiling richtte zich op twee vragen: ondervinden kinderboerderijen hinder van sluitingen of overnames door grote ketens, en hoe ervaren zij de gestegen kosten van diergeneeskundige zorg in financieel lastige tijden?

Keuzes in dierenartspraktijken
Uit de resultaten blijkt dat veel kinderboerderijen bewust kiezen voor meerdere dierenartspraktijken. Vaak heeft dit te maken met het brede scala aan dieren dat zij verzorgen en de verschillende specialisaties die dierenartsen bezitten. Vrijwel altijd is het de kennis over landbouwdieren die bepaalt bij wie ze aankloppen. Opvallend is dat het merendeel, ongeveer acht op de tien, aangesloten is bij een zelfstandige praktijk. Grote ketens zoals Evidensia en AniCura worden meestal als aanvulling ingezet.

Sluitingen of overnames lijken vooralsnog weinig directe gevolgen te hebben; bijna 68 procent van de kinderboerderijen bleef de afgelopen drie jaar trouw aan dezelfde praktijk. Toch stapte 18% over, redenen die hiervoor gegeven werden zijn: kosten, deskundigheid en het stoppen van de praktijk. Slechts een klein deel had liever een andere keuze gemaakt, maar vond in de eigen regio geen alternatief.

Deskundigheid en kennis
Over de deskundigheid van dierenartsen is men overwegend positief. Driekwart van de kinderboerderijen ervaart dat de kwaliteit van zorg gelijk is gebleven of zelfs verbeterd. Toch zijn er zorgen over de beschikbaarheid van specifieke kennis, bijvoorbeeld over varkens, omdat steeds minder dierenartsen daarin gespecialiseerd zijn.

Kosten als groeiend knelpunt
De kosten van diergeneeskundige zorg vormen een groter probleem. Meer dan de helft van de kinderboerderijen geeft jaarlijks ruim tweeduizend euro uit aan dierenartskosten. Niet zelden worden deze kosten in de begroting te laag ingeschat, waardoor bijna de helft uiteindelijk meer uitgeeft dan gepland. Opvallend is dat ruim een vijfde van de respondenten geen duidelijk beeld heeft van de werkelijke jaarlijkse uitgaven. Hoewel veel kinderboerderijen een begroting opstellen, blijkt deze lang niet altijd realistisch in verhouding tot de praktijk.

Een kinderboerderij geeft hierover aan: “Preventieve kosten zijn goed in kaart te brengen, maar incidentele en curatie kosten niet en deze kunnen hoog oplopen.”.

Ervaringen uit de praktijk
Uit de open opmerkingen in de peiling klinkt waardering voor de inzet en betrokkenheid van dierenartsen, maar ook zorgen over de druk waaronder zij werken en de hogere tarieven. Sommige medewerkers hebben het gevoel dat consulten gehaaster verlopen of dat er sneller medicatie wordt voorgeschreven dan strikt noodzakelijk. Ook wordt genoemd dat stijgende kosten ertoe leiden dat men soms langer wacht met het inschakelen van een dierenarts, in de hoop eerst zelf een oplossing te vinden.

Creatief omgaan met zorg en budget
Alles bij elkaar laten de resultaten zien dat kinderboerderijen creatief omgaan met het organiseren van diergeneeskundige zorg. Ze ‘shoppen’ bewust: eenvoudige handelingen worden uitbesteed aan de goedkoopste aanbieder, terwijl complexe gevallen naar een specialist gaan die meedenkt over de beste én betaalbaarste oplossing.

Toch kent deze aanpak zijn grenzen. Met de verwachte financiële tegenwind in de komende jaren en de oplopende kosten, wordt het steeds belangrijker om alert te blijven op zowel dierenwelzijn als budget. Alleen zo kunnen kinderboerderijen hun waardevolle rol als groene, educatieve ontmoetingsplek voor jong en oud blijven vervullen.