Levend ganzenbordspel

Doelgroep: Kinderen
Leeftijd: 8 t/m 11 jaar
Aantal deelnemers: Onbeperkt
Aantal begeleiders: 1
Periode: Het gehele jaar
Locatie: Buiten
Benodigd budget: maximaal EUR 15 bij eerste aanschaf

Over het project

Door middel van het bekijken of luisteren naar het dier of evt een informatiebordje te lezen gaan de kinderen vragen beantwoorden. Het levend ganzenbord is een spel dat kan worden gespeeld op het terrein van de kinderboerderij.

DOEL VAN HET PROJECT:

Spelenderwijs leren over de dieren van de kinderboerderij.

Organisatie

VOORBEREIDING:

1. Uitprinten en lamineren van de vragen (eenmalig)
2. Het uitprinten van de vragen en bundelen in een mapje. (eenmalig)
3. Aanschaf van twee dobbelstenen. Dit kunnen de kleine houten zijn maar eventueel grote van schuim. (eenmalig)
4. Uitprinten van de speelvelden voor de kinderen.
5. Klaarleggen van een pen om de hokjes mee aan te kruisen.

UITVOERING:

Het spel kan zowel individueel als in groepsverband worden gespeeld.  Ieder kind (of groepje) ontvangt een papiertje met hun eigen speelveld, die genummerd is van 1 t/m 63. Op het terrein van de kinderboerderij hangen 7 bladen (liefst gelamineerd) met de vragen 1 t/m 63.

Bij een begeleider kan het kind met twee dobbelstenen gooien. Het aantal ogen van de dobbelsteen bepaalt naar welke vraag het kind moet zoeken. Deze wordt door de begeleider aangestreept op het papieren speelveld. Als het kind de vraag heeft gevonden, gaat het opzoek naar het antwoord. Met het antwoord komt het kind terug bij de begeleider. Deze heeft een map met de vragen en antwoorden. Het kind laat zijn speelveld zien om aan te geven welke vraag hij/zij moest beantwoorden en geeft het antwoord op de vraag.  Bij een fout antwoord moet het kind opnieuw opzoek naar het juiste antwoord.  Bij een juist antwoord mag het opnieuw de twee dobbelstenen gooien. Het aantal ogen wordt nu bij het laatst aangestreepte hokje opgeteld. Zo gaat het kind door tot het vraag 63 heeft bereikt (dit neemt ongeveer 1 uur in beslag).

EVALUATIE:

Het spel hebben we meerdere malen op de kinderboerderij gespeeld.  Een belangrijke spelregel is dat de kinderen niet mogen rennen. (Ze willen natuurlijk als eerste klaar zijn). Wie wel rent moet bijvoorbeeld 5 andere kinderen voor laten gaan bij het geven van het antwoord bij de begeleider.

Locatie en begeleiding

BESCHRIJF DE LOCATIE:

Het kan op zowel een grote als kleine kinderboerderij gespeeld worden.
Je moet 7 A5-formaat papieren met de vragen op kunnen hangen.

TAKEN BEGELEIDING VAN DE KINDERBOERDERIJ:

Het begeleiden van het dobbelsteen gooien.
Het aankruisen van de te zoeken vraag op het papieren speelveld van het kind.
Het controleren van het antwoord.

ROL VAN DOCENT/BEGELEIDING VAN DE GROEP:

Je kunt er een doe-het-zelf-les van maken voor de school.  De leerkracht neemt dan de rol als begeleider bij de dobbelsteen en antwoorden over van de kinderboerderijmedewerker.

HERKENBAARHEID ORGANISATIE:

Deze zit met een map op een centraal punt.

PROMOTIE DOOR:

Op de kinderboerderij zelf | Via scholen

Materialen, middelen en dieren

BENODIGDE VASTE MIDDELEN:

-7 gelamineerde vragenvellen
-Mapje met de antwoorden
-2 dobbelstenen
-Papieren speelvelden voor de kinderen.
-Een pen (voor de begeleider)

BENODIGDE (DIGITALE) MATERIALEN:

-7 Vragenvellen
-De antwoorden op de vragen (1 keer voor de begeleider)
-Papieren speelvelden voor de kinderen.

DIEREN EN AANDACHTSPUNTEN:

Levende dieren zoals: runderen, geiten, schapen, konijnen, kippen, varken, pony. Als deze dieren niet aanwezig zijn kan het ook informatie op papier zijn waar de kinderen de antwoorden op de vragen kunnen vinden.  

Overige opmerkingen

De digitale bestanden zijn in tweevoud. De ene heeft een mooie lay-out, de andere is inktbesparend.