Hulpdierverzorgerscursus

Doelgroep: Kinderen
Leeftijd: 8 t/m 11 jaar
Aantal deelnemers: 20
Aantal begeleiders: 4
Periode: Het gehele jaar
Locatie: Zowel binnen als buiten
Benodigd budget: Ongeveer 50 euro

Over het project

Twintig kinderen (tussen de 8 en 12 jaar) gaan gedurende 4 ochtenden aan het werk bij diverse diersoorten. De vijfde ochtend wordt besteed aan het “examen”.

DOEL VAN HET PROJECT:

• De kinderen in contact brengen met grote en kleine huisdieren.
• Ze leren wat er zoal bij komt kijken met het voeren en verzorgen van de dieren.
• Bevorderen dat de kinderen ook na de cursus blijven komen naar de boerderij en echt “hulp”worden!
• De betrokkenheid op deze manier vergroten.

Organisatie

VOORBEREIDING:

Aanpak Hulpdierverzorgerscursus KB de Kooi (minimaal 4 uur):

Wanneer: In de voorjaarsvakantie.
Ma t-m do van 9.00 – 12.00 uur.
Vrijdag: vanaf 9.30 uur: examen, aansluitend koffie/thee met ouders/verzorgers en uitreiking getuigschrift.

Doen:
In januari posters ophangen op de boerderij en bij CNME. Ook flyers met informatie ophangen. In de kantine een inschrijflijst leggen. Max 20 kinderen tussen de 8 en 12 jaar kunnen meedoen. Opschrijven: naam, adres, telefoonnummer ouder/verzorger en geboortedatum.
Over het algemeen is dit voldoende om 20 kinderen bij elkaar te krijgen.
Lijkt het de eerste week van februari niet vol te raken, dan nog een persbericht naar de kranten.

Met vrijwilligers afspreken wie wat doet. De groep van 20 wordt verdeeld in 4 groepen van 5. Elke dag gaat de groep naar de volgende vrijwilliger. Zo komen ze gedurende de week bij de dieren langs.
Groep 1: kippen/eenden
Groep 2: schapen/varkens/dwerggeiten
Groep 3: konijnen/cavia’s 
Groep 4: koeien/melkgeiten/pony/ezels

Boodschappen doen:
20 schriften. Ontbijtkoek en boter voor 4 dagen. Assortiment koeken voor de laatste dag (let op: niet alleen kinderen maar ook evt ouders/verzorgers).

UITVOERING:

De deelnemers komen (bij ons in de voorjaarsvakantie) 5 ochtenden naar de boerderij van 9-12 uur. De groep wordt in vieren gedeeld en elke groep gaat een ochtend met iemand anders mee. Zo komen zij bij alle diersoorten van de boerderij en gaan daar ook aan het werk.
Bijvoorbeeld:
Dag 1: koeien, pony s en ezels
Dag 2: kippen en eenden
Dag 3: konijnen en cavia s
Dag 4: schapen, geiten en varkens
Elke begeleidier vertelt aan de kinderen over de dieren: het voer, draagtijd, broedtijden, herkauwers, nestblijvers en -vlieders, verschil hooi stro, oornummers, omni-, carni-, herbivoor (en Nederlandse benamingen). De kinderen gaan de dieren voeren, water geven, hanteren en uitmesten van de hokken. Bij de pony komt zelfs een rondje op de rug van de pony aan bod.

Start van de ochtend: 9.00 uur. De kinderen kunnen een ketelpak en laarzen aandoen. Indeling van de groepen en aan de slag.
10.30 uur: pauze met siroop en een plak ontbijtkoek
10.45 uur: weer aan het werk
rond 11.40 uur: in de kantine in eigen schrift opschrijven wat je die ochtend geleerd hebt. Plaatjes van de dieren kunnen uit tijdschriften worden geknipt en bijgeplakt.
12.00 uur: einde van de ochtend.

Aan het eind van de 4e ochtend mag het schrift mee naar huis om te leren. Want:
op de 5e dag is het tijd voor het “examen”. De kinderen komen dan om 9.30 uur. Wij voeren eerst zelf, maar degenen die willen mogen om 8.15 uur er zijn om te helpen! In de kring gaan we met de kinderen in gesprek over wat ze geleerd hebben. Alle begeleiders stellen vragen over hun deel van de cursus. Alle kinderen komen aan de beurt om te antwoorden.

Om 10.30 uur hebben we dan pauze met koffie/thee/siroop en wat lekkers en om 11.00 uur is de uitreiking van de getuigschriften. Natuurlijk zijn ook alle ouders, verzorgers, opa s en oma s hierbij van harte welkom.

Tot slot met z n allen op de foto!

EVALUATIE:

n.v.t.

Locatie en begeleiding

BESCHRIJF DE LOCATIE:

Op de kinderboerderij: zowel in de stallen als de buitenterreinen. Tijdens de ophokplicht worden de dieren waar voor het publiek op dat moment geen toegang is, niet bezocht. Wel worden de dieren besproken. Met fokken plannen we het zo dat niet alles tegelijk opgehokt hoeft te worden: zijn de melkgeiten opgehokt, dan lopen de dwerggeiten nog los rond.

TAKEN BEGELEIDING VAN DE KINDERBOERDERIJ:

Met een groepje kinderen aan de slag gaan bij de diersoorten die zijn afgesproken. De betreffende dieren worden gevoerd en van vers water voorzien. Hokken, stallen en terrein worden schoongemaakt, opgestrooid en het vuil naar de mesthoop gebracht. De begeleider vertelt ook over de dieren: hun eigenschappen, wat ze eten, herkauwers, wat is hooi/stro, rassen, leeftijd, draag- en broedtijd…

Een van de begeleiders zorgt voor de inschrijflijsten, getuigschriften, inkoop materialen (schriften, koek, boter, siroop, koek). Gezamenlijk wordt er in de pauze koek gesmeerd en limonade geschonken.

Op de laatste dag stelt elke begeleider vragen over de door hem/haar behandelde dieren.

HERKENBAARHEID ORGANISATIE:

Bedrijfskleding (trui/t-shirt met opschrift).

PROMOTIE DOOR:

Op de kinderboerderij zelf

Materialen, middelen en dieren

BENODIGDE VASTE MIDDELEN:

– Per groep minimaal 1 kruiwagen, bezem en schep.
– Voor de kleine huisdieren daarnaast nog: veger en blik, plamuurmes.
– Gieters en emmers om water te geven.
– per kind een schrift en pen (pennen worden weer ingeleverd)
– oude tijdschriften over dieren (om plaatjes van dieren uit te knippen)
– ontbijtkoek, boter, koekjes, limonadesiroop
– koffie en thee

BENODIGDE (DIGITALE) MATERIALEN:

– inschrijflijsten
– getuigschriften

DIEREN EN AANDACHTSPUNTEN:

• Alle dieren worden bezocht.
• Denk eraan om zieke dieren apart te stallen en zoals hierboven beschreven: ophokplicht bij bv Q-koorts wordt in acht genomen.
• Dieren worden door de kinderen onder begeleiding gehanteerd, aan halster meegevoerd, geborsteld enz.

Overige opmerkingen

Een leuke activiteit. We laten niet meer dan 20 kinderen meedoen omdat alle kinderen dan aan de beurt komen om echt wat te doen. Met grotere groepen staan er kinderen langs de zijlijn te kijken! De laatste dag komen de meesten om 8.15 uur helpen met voeren.

De kinderen die niet mee kunnen doen, doordat het aantal van 20 al bereikt is, komen op een wachtlijst en worden het volgende jaar als eerste benaderd.