Thema ‘gedrag van dieren’

Doelgroep: Alle bezoekers
Leeftijd: Alle leeftijden
Aantal deelnemers: Onbeperkt
Aantal begeleiders: Afhankelijk van de activiteit
Periode: Lente | Zomer
Locatie: Zowel binnen als buiten
Benodigd budget: Afhankelijk van de activiteiten die uitgevoerd worden.

Over het project

Waarom doet ie zo? is een veelgehoorde vraag op de kinderboerderij. Kinderen die zich verbazen over het gedrag van de dieren. Bijvoorbeeld de ene geit die de andere geit wegbokt van de voerbak. Of de cavia die zich verstopt onder het hooi. Maar ook het paard wat aan komt lopen als er een bezoeker bij het hek staat of de varkens die verschillende knorgeluiden maken. Dieren op de kinderboerderij reageren op elkaar, maar ook op de bezoeker. Lang niet altijd is het voor een bezoeker duidelijk waarom een dier op een bepaalde manier naar hen of naar een ander dier toe reageert. Daarom zijn deze activiteiten gericht op het thema Gedrag van dieren.

Bij dit thema horen vier opdrachten. Deze worden hieronder kort beschreven.

Activiteit 1: Ga in mijn schoenen staan
Kinderen gaan bij deze activiteit in de schoenen staan van een kip of een konijn. Ze maken een kippen- of konijnenmasker. Ook voeren ze opdrachten uit waarbij ze het gedrag van een van deze (of beide) dieren nadoen. Door in de huid te kruipen van een kip of konijn, kunnen ze ook beter begrijpen waarom een dier zich zo gedraagt. Deze opdracht is met name gericht op de volgende zintuigen: gezicht en gehoor.

Activiteit 2: Wie, wat, waar?
Elk dier, maar ook de mens, vertoont eigen gedrag en eigen kenmerken. Bij deze activiteit wordt aan de kinderen gevraagd om die bepaalde uitspraken van een dier (of aan meerdere dieren), of misschien wel aan zichzelf, te koppelen. De kinderen kunnen deze activiteit tegen elkaar spelen, maar ook met een begeleider.

Activiteit 3: Speurtocht Waarom doet ie zo?
Bij deze activiteit leren kinderen om te kijken naar het gedrag van dieren. Hierbij wordt ze ook gevraagd hoe het dier op hun reageert. Dit doen ze aan de hand van een opdrachtenboekje. Ze bezoeken de pony, geit, konijn en varken. Het doel van deze activiteit is om kinderen te leren kijken naar het gedrag van dieren en ze te laten meemaken hoe een dier op hun reageert.

Activiteit 4: Tentoonstelling Gedrag van Dieren
Bij de tentoonstelling wordt er per dier gekeken naar gedrag. Dit gedrag is met name gericht op het gedrag onderling tussen dieren, maar ook hoe een dier reageert op de mens. De doelgroep hierbij zijn de wat oudere bezoekers.

DOEL VAN HET PROJECT:

Bezoekers van de kinderboerderij op een leuke manier iets leren over het gedrag van de dieren van de kinderboerderij.

Organisatie

VOORBEREIDING:

De voorbereiding wordt beschreven per activiteit. Download hiervoor de handleiding.

UITVOERING:

De uitvoering wordt beschreven per activiteit. Download hiervoor de handleiding.

Locatie en begeleiding

BESCHRIJF DE LOCATIE:

De knutselactiviteit, de quiz en de tentoonstelling kunnen binnen uitgevoerd worden. De speurtocht voert langs de dieren over het terrein van de kinderboerderij en wordt dus zowel binnen als buiten uitgevoerd. Afhankelijk van waar de dieren staan.

TAKEN BEGELEIDING VAN DE KINDERBOERDERIJ:

Begeleiding bij de activiteiten.

HERKENBAARHEID ORGANISATIE:

Dit is aan de kinderboerderij zelf

PROMOTIE DOOR:

Op de kinderboerderij zelf | Via organisaties

Materialen, middelen en dieren

BENODIGDE VASTE MIDDELEN:

De benodigde middelen zijn afhankelijk van de activiteit. In de handleiding is per activiteit te vinden wat nodig is voor de uitvoering hiervan.

BENODIGDE (DIGITALE) MATERIALEN:

De werkbladen en bijlagen per activiteit kunnen gedownload worden, evenals de handleiding.

DIEREN EN AANDACHTSPUNTEN:

Er worden geen activiteiten uitgevoerd met de dieren, alleen bij de dieren.

Aantal stagiaires per stage: Afh. van aantal activiteiten
Aantal uur: Afh. van aantal activiteiten

TAKEN VAN DE STAGIAIR:

Organiseren van het Nationaal Kinderboerderijenweekend / thema-activiteiten:

– inventariseren van de activiteiten die uitgevoerd kunnen worden op de kinderboerderij

– eventueel aanvullende activiteiten bedenken rondom het thema

– promotiemateriaal ontwikkelen en uitzetten in de media: website, pers, op de kinderboerderij etc.

GEWENSTE VAARDIGHEDEN:

Kan samenwerken | Is creatief | Legt makkelijk contact | Toont initiatief