Twee vlooien gaan op reis

Doelgroep: Schoolklassen
Leeftijd: 4 t/m 7 jaar
Aantal deelnemers: Maximaal 30
Aantal begeleiders: 1
Periode: Het gehele jaar
Locatie: Zowel binnen als buiten
Benodigd budget: Aanschaf materialen

Over het project

Er wordt het verhaal vertelt van de oude boerderijhond die heel de dag in zijn mandje bij de kachel ligt. De twee vlooien die op hem wonen vervelen zich suf. Op een dag hebben zij een plan: Ze gaan op reis! Als de oude boerin en hond op een morgen naar de brievenbus lopen om te kijken of er alweer geen post is, nemen de twee vlooien een grote sprong. Ze komen op het schaap dat in de wei staat terecht. Van het schaap springen ze naar de koe en van de koe naar de eend en zo als maar verder.

Aan de hand van de informatiekaarten (de ansichtkaarten) ontdekken de leerlingen per groepje de verschillen van de dieren. Zijn alle kaarten behandeld of is de lestijd verstreken, dan wordt de les gezamenlijk afgesloten. De kinderen komen weer bij elkaar in het vertelhoekje. Er is nog een ansichtkaart aangekomen. De vlooien blijken weer terug te zijn op de hond en nemen hun avonturen door. Het is vaak een grote verrassing als blijkt dat de twee vlooien echt onder het oor de hond zitten.

DOEL VAN HET PROJECT:

Kleuters op een speelse wijze kennis te laten maken met de verschillende kinderboerderijdieren.

Organisatie

VOORBEREIDING:

– Het aanpassen van de infokaarten (ansichtkaarten) aan de eigen boerderij.
– Inrichten van vertelhoekje (woonkamer met stoel en hondenmand).
– Het borduren van twee vlooien onder het oor van de nep hond.
– Uitnodigen van schoolklassen.

UITVOERING:

– De schoolklas wordt ontvangen.
– Het verhaal van de twee vlooien wordt vertelt ( ± 10-15 min.)
– De klas wordt verdeeld in kleine groepjes. Ieder groepje krijgt een andere informatie kaart mee en lopen langs de dieren ( ± 1 uur of langer).
– Voor de gezamenlijk afsluiting komen de kinderen weer bij elkaar ( ± 10 min.).

Locatie en begeleiding

BESCHRIJF DE LOCATIE:

– Ruimte voor het inrichten van vertelhoekje (woonkamer met stoel en hondenmand).
– Verder wordt de gehele kinderboerderij gebruikt, de kinderen lopen hier namelijk rond op zoek naar de dieren.

TAKEN BEGELEIDING VAN DE KINDERBOERDERIJ:

– Het ontvangen van de schoolklas.
– Het vertellen van het verhaal.
– Het aansturen van de begeleiders en verzorgen de afsluiting.

ROL VAN DOCENT/BEGELEIDING VAN DE GROEP:

– De klas in kleine groepjes verdelen.
– Ouders zorgen voor het begeleiden van de groepjes (4 a 5 kinderen).
– Leraren houden toezicht.
– Kinderen inlichten wat ze gaan doen op de kinderboerderij (voorafgaande uitleggen wat vlooien zijn).
– Kinderen vertellen wat wel en niet mag op de kinderboerderij (maak vooraf duidelijke afspraken).